zaterdag 3 juli 2010

Dag 11: de laatste loodjes

De laatste wedstrijd van het toernooi. Kijken of we de 5e plaats kunnen pakken en anders de 6e plek kunnen vasthouden.

Letland is taai. Jan/Gert-Jan missen een manche en we staan 8 imps achter. Ze slaan een paar spellen later terug door 4 schoppen gedoubleerd met een overslag te maken. Meteen het spel er na halen ze eens een kwetsbare 4 harten terwijl Bas/Sjoert keurig 3SA down spelen. Dat gaat goed denk ik. Helaas, Jan/Gert-Jan overbieden naar 5 ruiten en Letland laat zien dat ze niet zo maar weggespeeld kunnen worden: gedoubleerd min 2 en 10 imps weg. Op 5 spellen zijn er 50 imps omgegaan. En het gaat zo door. We halen 10 imp als de Letten een redelijke 6 harten vergeefs proberen te halen en Bas/Sjoert in de manche blijven. We staan halverwege 5 VP voor op nummer 6 Zweden. Die beginnen echter Frankrijk er af te hakken zie ik, we zullen ruim moeten winnen. Daar steekt Letland bij Jan/Gert-Jan toch een stokje voor. Ze bieden klein slem klaveren met troef AVxx buiten boord, geen goed slem dus. Maar het zit gunstig voor ze en we verliezen 13 imps in plaats van er 13 te winnen. Meteen het spel er op gebeurt hetzelfde tegen Bas/Sjoert: nu bieden ze zes schoppen waarvoor klaveren vrouw of aas moet goed zitten en weer is het zo, nog eens 13 imps weg en we staan weer gelijk. Had het andersom gezeten hadden we op 25 gestaan nu. Het hoort bij bridge maar zoveel pech kunnen we nu eigenlijk niet hebben en voelt als onrechtvaardig. De 5e plaats glijdt uit onze handen want Zweden blijft scoren tegen Frankrijk. We winnen met 17-13 en eindigen op de 6e plaats.

Het 50e EK voor landenteams zit er op. Italië, Polen, Israël, IJsland, Nederland en Zweden plaatsen zich voor het WK. En omdat dat volgend jaar in Nederland wordt georganiseerd mag nummer 7 Bulgarije ook aanschuiven. Noorwegen, Rusland en Duitsland, allemaal kwart/half finalisten op het laatste WK in Sao Paulo, hebben zich niet kunnen kwalificeren. Dit geeft toch wel aan dat het niveau in Europa erg hoog is. Nederland is na een matige start toch weer op de bijna vertrouwde 5e/6e plaats geëindigd, net als in Malmö 2004, Warschau 2006 en Pau 2008. Willen we volgend jaar een vuist kunnen maken op het WK zullen we a) minder fouten moeten maken, b) niet slecht mogen beginnen zodat we wéér continu met een inhaalslag bezig zijn, c) beter moeten omgaan met hoog competitieve biedingen en d) beter worden door veel te spelen tegen sterke tegenstanders. Genoeg om te trainen dus, gelukkig hebben we nog ruim een jaar tijd hiervoor.

Al met al kan ik leven met het halen van de eerste 6 ook al was een medaille het doel. Ik ben zeer trots op de Nederlandse vrouwen met hun zilver. De stijgende lijn van de afgelopen jaren wordt gemiddeld genomen toch weer voortgezet. Het topbridge beleid werpt vruchten af.

Ik sluit hiermee het dagboek Oostende en twee zware weken af. Ik hoop u van dienst te zijn geweest.

Eric Laurant