Vandaag moeten we punten pakken om nog in de buurt van de 5e of 6e plaats te komen. We beginnen tegen Noorwegen, de regerend Europees kampioen. Het team is wel verzwakt omdat het sterpaar Helness-Helgemo niet meespeelt, iets wat je ook in de stand ziet: ze zijn kansloos voor een medaille. De andere Noorse sterspeler Boye Brögeland zit wel in het team en wordt tegen Bauke/Simon opgesteld.
Bas/Sjoert bieden op spel 1 groot slem ruiten dat er niet in zit, -14 imps. Onder andere ook Italië, Zweden en zelfs de Nederlandse vrouwen bieden dit groot slem maar daar schieten we niets mee op. We spelen verder goed en pikken op een aantal spellen wat punten zodat halverwege de stand 15-15 is. De tweede helft gaat ook gelijk op behalve twee slemspellen die slecht voor Nederland zijn. De Noren bieden 6 schoppen die down kan als Bas harten vrouw start en Sjoert de dodelijke klaveren switch vindt: Bas kan dan aftroeven. Hij start echter ruiten omdat Sjoert die gevolgd heeft. Op een aantal tafels is de dodelijke verdediging wel gevonden, onder andere door de Nederlandse vrouwen. Er is ook wel iets voor te zeggen omdat Bas een 6krt ruiten mee had en de kans op een ruitenslag aanzienlijk verkleind is. Het grapje kost 11 imps. Het tweede slem was eigenlijk geen slem maar Bauke/Simon boden het wel als fake-redding tegen 6 klaveren, 12 imps weg. We verliezen de wedstrijd met 10-20 en staan 10 VP achter op nummer 6.
Zwitserland moet dan maar de dupe worden van onze geldingsdrang. En inderdaad, we beginnen prima. Halverwege de wedstrijd staat het al 22-8 voor ons. Jan/Gert-Jan zijn binnen anderhalf uur al klaar en kunnen Brazilië-Nederland gaan kijken. Vooraf was afgesproken dat ze snel mochten spelen (Jan/Gert-Jan zijn de winnaars van het Nederlands speedcard kampioenschap) onder de voorwaarde dat de Zwitsers daarin zouden meegaan en door het snelle spel meer fouten zouden gaan maken. Aldus geschiedde, de boys hadden een prima lijst. Bauke/Simon nemen gewoon de tijd en pakken ook nog een 1100 mee. Zou het dan toch een maximale overwinning worden? Helaas. De Zwitsers blijven in 3SA hangen met een 5-4 hartenfit en halen dat terwijl 4 harten bij Jan/Gert-Jan down gaat. En als Simon systematisch met 2 klaveren moet openen en dat wordt rondgepast missen zij een goede 4 harten die door de natuurlijk biedende Zwitsers wel wordt bereikt. We winnen met 19-11, toch een tegenvaller.
De laatste wedstrijd vandaag gaat tegen Frankrijk. Zeer ervaren spelers en goede bridgers die de laatste jaren toch de moderne bridge-ontwikkelingen hebben gemist: ze spelen nog steeds hetzelfde systeem als 20 jaar geleden. We spelen ze volledig van tafel. Zij verslikken zich in een competitief biedverloop en bieden 6 schoppen met troef AH buiten boord. Gert-Jan start tegen 3 SA met een kleine harten van VB9xxx en 3SA is down, de start met de Vrouw zou het hebben laten maken. Bas/Sjoert bieden op prachtige wijze 5 ruiten op dit spel. Op de helft staan we al bijna op 25-5. Dit keer moeten we het vasthouden.
In de tussentijd kijken we ook naar onze vrouwen die een werkelijk fantastisch toernooi draaien. Een medaille is zeker, als ze maximaal winnen tegen Zwitserland dat ergens onderaan bungelt is zilver zeker; voor goud mogen de Franse vrouwen hooguit 23 halen. Maar ook die staan al snel op 25 dus langzaam zien we de gouden plak buiten bereik komen. Een medaille is een prachtige prestatie van het verjongde team maar als je zo dicht bij goud bent geweest is het toch altijd eventjes sneu. Totdat je je realiseert dat zilver, net als in Warschau 4 jaar geleden, ook heel, heel mooi is. In Pau 2 jaar geleden werden ze 8e, nu 2e, very well done ladies!
Onze wedstrijd tegen Frankrijk blijft voorspoedig lopen, beide paren spelen zoals wij weten dat ze kunnen spelen: winnend bridge. Het is een slachtpartij die eindigt met 25-4 en de 5e plaats is onze beloning. Maar dan komt een arbiter me melden dat er een arbitrage loopt. De 3SA waartegen Gert-Jan met een kleine harten is gestart. Jan heeft nadat de Franse west 2SA had geopend, Gert-Jan 3 harten had gevolgd en monsieur West op het negatieve doublet van zijn partner 3SA had geboden, met harten Hx een tijdje nagedacht (over het al dan niet te redden met 4 harten) nadat er 2 keer pas kwam. De Fransen claimen dat Gert-Jan hierdoor ‘wist’ dat Jan iets mee had in harten en dus veilig een kleine harten kon starten. De arbiter doet wat ze in dit soort gevallen altijd doen: ze consulteren meerdere goede spelers wat die gedaan zouden hebben, natuurlijk zonder de denkpauze te vermelden. Alle spelers (dit keer circa 10) zeggen, onafhankelijk van elkaar gevraagd, dat een kleine harten technisch het beste is en dat zij dat zouden doen. Ook 3 andere arbiters zijn die mening toegedaan zodat de arbiter in functie besluit dat 3SA blijft staan. De Fransen zijn het er niet mee eens en gaan in beroep. Kost 50 euro en voor ieder toernooi wordt gewaarschuwd dat je niet in beroep moet gaan omdat de commissie van beroep vrijwel altijd de beslissing van de arbiter overneemt en je het geld kwijt bent. Het kost ons ook ruim een uur wachten (pas om 22 uur konden we gaan eten) omdat spelers en captain bij de zitting van beroep aanwezig moeten zijn. Uiteindelijk horen we dat het protest wordt toegekend. Verbijstering alom. Ze moeten voortaan zeggen dat je niet in beroep moet gaan tenzij het tegen Nederland is want wij hebben nog nooit een appeal gewonnen. Appeals tegen ons worden standaard beloond, in al die jaren heb ik het nog nooit anders mogen meemaken. Het valt me wel op dat we steeds hetzelfde beroepscomité treffen, hoe kan dat nou toch? De uitslag wordt 24-6, ik voel me bestolen. Maar ik zou me niet meer druk maken over straffen, da’s waar ook.
Morgen de laatste wedstrijd. We staan 5/6 gedeeld en ook nummer 7 is dichtbij. De 4e plek is ver weg maar niet onmogelijk. Wij mogen tegen hekkensluiter Letland, onze concurrenten mogen zo’n beetje tegen elkaar. Als het meezit worden we vijfde, voor sommige spelers interessant omdat dit een A-status bij NOC*NSF inhoudt met alle voordelen van dien. We beginnen om 12.15 uur, rond 15 uur zullen we het weten en zal ik mijn laatste dagboek publiceren.
Eric Laurant